
Je ziet hier een vierkante toren van 200 cm hoog waarvan de omtrek 160 cm is.
De toren is opgebouwd uit kubussen met een ribbe van 20 cm. Deze kubussen staan strak tegen elkaar aan. Er zijn geen holle ruimtes in de toren.
De toren bestaat uit ........ kubussen.




40 



anders
De omtrek van 160 cm krijg je door de toren twee kubussen breed te maken. Elke laag bestaat dan uit vier kubussen.
De omtrek is dan 40 + 40 + 40 + 40 = 160 cm.
Je hebt 10 van die lagen nodig om een hoogte van 2 meter te bereiken. 10 x 4 = 40 kubussen.
Of:
De inhoud van een kubus is
2 x 2 x 2 = 8 dm³.
De inhoud van de toren is 4 x 4 x 20 = 320 dm³.
320 : 8 = 40
Zie ook de pagina
Inhoud.

Het tuinpad van Theo bestaat uit 30 tegels. Met stoepkrijt schrijft hij er de nummers 1 t/m 30 op.
Nu pakt hij rood krijt. Daarmee zet hij een kruisje bij de getallen die hij door 1 kan delen.
Daarna doet hij dat ook met alle getallen die hij door 2 kan delen. Uiteraard bedoelen we hier dat de deling geen breuken of resten mag opleveren. Nu zijn er tegels met één kruisje en tegels met twee kruisjes (zie plaatje).
Hij herhaalt dat ook voor delen door 3, 4, enzovoort t/m 10.
Als hij dat allemaal gedaan heeft, zijn er tegels waarop precies 6 kruisjes staan.
De getallen die op die tegels staan, zijn bij elkaar opgeteld ........ .




54 



anders

Er zijn 2 tegels met 6 kruisjes: 24 en 30.
24 is deelbaar door 1, 2, 3, 4, 6 en 8
30 is deelbaar door 1, 2, 3, 5, 6 en 10
24 + 30 = 54
Zie ook de pagina
Delen.