(De verhoudingen in het plaatje zijn niet juist.)
Katinka tekent een vijfhoek met zijden van gemiddeld 4 cm.
Daarna tekent ze een driehoek waarvan de zijden opgeteld even lang zijn als alle zijden van de vijfhoek samen.
De basis van die driehoek is 5 cm.
De 2 andere zijden van de driehoek verhouden zich als 2 : 3.
De langste zijde is ........ cm.
(Vul een heel getal in en rond zo nodig af.)
9 anders
(Een som van Jacques Schopman.)
De zijden van de vijfhoek zijn samen 5 x 4 = 20 cm.
De zijden van de driehoek zijn samen ook 20 cm.
De basis is 5 cm. Voor de andere 2 zijden blijft 15 cm over. Deze verhouden zich als 2 : 3.
De langste zijde is 3/5 x 15 = 9 cm.
Zie ook de pagina
Verhoudingen.