Deze opgave gaat over een grote bol, een kubus en een kleine bol.
De kubus past precies in de grote bol, zodat alle 8 hoekpunten de bol raken.
De kleine bol past precies in de kubus, zodat de bol alle vlakken van de kubus raakt.
Bij deze opgave worden de wanddikten verwaarloosd.
Het volume van de kleine verhoudt zich tot het volume van de grote bol als 1 : ........ .
(Vul een geheel getal in. Rond zo nodig af.)
Tip: De inhoud van een bol is 4/3 x pi x straal³ of 1/6 x pi x diameter³.
En, als je het nodig hebt:

3 = 1,732051.




5 



anders
(Een som van Henk van Huffelen.)
Noem de ribbe van de kubus a.
De diameter van de kleine bol is dan ook a.
Het volume van de kleine bol is 1/6 x pi x a³.
De diagonaal van een vlak van de kubus is

(a² + a²) = a

(2).
De lange diagonaal van de kubus is

(a² + 2a²) = a

(3).
De diameter van de grote bol is ook a

(3).
Het volume van de grote bol is 1/6 x pi x (a

3)³.
De volumes van de bollen verhouden zich als
1/6 x pi x a³ : 1/6 x pi x (a

3)³.
Dat is a³ : (a

3)³.
Dat is 1 : (a

3)³ / a³
Dat is 1 : (a³ x (

3)³ / a³)
Dat is 1 : (

3)³
Dat is 1 : (1,732051)³
Dat is 1 : 5,196
Afgerond 1 : 5
Zie ook de pagina
Inhoud.