12227 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker

Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie


Antwoorden van 27-11-2025 (niveau 3F)



eerdere test 27 NOV latere test
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 3F hebben de test van 27-11-2025 zo ingevuld:




Een rechthoekige vloer is op schaal 1 : 40 getekend.
De hokjes van het papier zijn 1 x 1 cm. Wat is de oppervlakte van de vloer in werkelijkheid?

5 % (afgerond)112 m²
18 % (afgerond)11,2 m²
7 % (afgerond)44,8 m²
70 % (afgerond)4,48 m² 

De afmetingen in werkelijkheid zijn 280 cm x 160 cm.
De oppervlakte in werkelijkheid is 44800 cm².
Dat is 448 dm² en 4,48 m².

Zie ook de pagina Schaal.



x 260 = ........

93 %208 
7 %anders
x 260 = 4 x 260 : 5 = 1040 : 5 = 208

Of:
x 260 = 4 x (260 : 5) = 4 x 52 = 208

Zie ook de pagina Breuken vermenigvuldigen.





Dit is een plaatje van 31 december 2011.
Op dat moment hadden ruim 15.000 deelnemers aan Beter Rekenen bij hun profiel hun geboortejaar ingevuld. Het staafdiagram laat zien hoe de verschillende leeftijdsgroepen zijn verdeeld.
Ongeveer hoeveel van deze deelnemers zijn geboren vóór 1942?
("05-09 jaar" betekent "5 t/m 9 jaar")

8 % (afgerond)2330
61 % (afgerond)643 
22 % (afgerond)154
9 % (afgerond)14902

Nog even de eerste zin van deze opgave: "Dit is een plaatje van 31 december 2011."
Hoeveel deelnemers zijn geboren vóór 1942?
M.a.w.: hoeveel deelnemers zijn geboren in 1941 of eerder?
Wie in 1941 geboren is, was op het moment van de grafiek 70 jaar. Het gaat dus om alle deelnemers vanaf 70 jaar.
Je moet dus de laatste drie kolommen samentellen. Dan kom je op ongeveer 600.
Met deze keuzemogelijkheden komt alleen het antwoord 643 in de buurt.

Zie ook de pagina Diagrammen.



Sander maakt een legpuzzel.
Hij begint er op maandag aan en aan het einde van die dag heeft hij 1/5 deel van alle stukjes op de goede plaats gelegd. Op dinsdag en woensdag komen daar in totaal nog 300 stukjes bij. Hij is dan precies op de helft van de puzzel.
De puzzel bestaat uit ........ stukjes.

70 %1000 
30 %anders
(Een som van Jacques Schopman.)
puzzel + 300 stukjes = puzzel
300 stukjes = puzzel - puzzel = puzzel - puzzel = puzzel.
puzzel = 100 stukjes.
De hele puzzel bestaat uit 10 x 100 = 1000 stukjes.

Of:
2 x ( puzzel + 300 stukjes) = de hele puzzel
puzzel + 600 stukjes = de hele puzzel
600 stukjes = puzzel
200 stukjes = puzzel
1000 stukjes = de hele puzzel

Zie ook de pagina Breuken.



TOTAALRESULTAAT:
74% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)






Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel

© 2010 - Beter Rekenen is een initiatief van

Martin van Toll Producties