
Je ziet hier een vierkante toren van 200 cm hoog waarvan de omtrek 160 cm is.
De toren is opgebouwd uit kubussen met een ribbe van 20 cm. Deze kubussen staan strak tegen elkaar aan. Er zijn geen holle ruimtes in de toren.
De toren bestaat uit ........ kubussen.




40 



anders
De omtrek van 160 cm krijg je door de toren twee kubussen breed te maken. Elke laag bestaat dan uit vier kubussen.
De omtrek is dan 40 + 40 + 40 + 40 = 160 cm.
Je hebt 10 van die lagen nodig om een hoogte van 2 meter te bereiken. 10 x 4 = 40 kubussen.
Of:
De inhoud van een kubus is
2 x 2 x 2 = 8 dm³.
De inhoud van de toren is 4 x 4 x 20 = 320 dm³.
320 : 8 = 40
Zie ook de pagina
Inhoud.
Sinterklaas koopt kruidnoten via internet. Hij kan kiezen tussen verschillende verpakkingen:
A: 60 zakjes van 50 gram voor € 30,00
B: 1 grote zak van 5 kg voor € 27,50
De rekenpiet berekent hoeveel gram kruidnoten hij krijgt voor elke 11 euro bij aanbieding A en bij aanbieding B.
Wat is het verschil?
Bij aanbieding B krijg je voor elke 11 euro ........ gram kruidnoten MEER dan bij aanbieding A.
(vul een getal in)




900 



anders
Aanbieding A:
3000 gram voor 30 euro =
100 gram voor 1 euro =
1100 gram voor 11 euro
Aanbieding B:
5000 gram voor 27,5 euro =
100 gram voor 55 cent =
200 gram voor 110 cent =
2000 gram voor 11 euro
Het verschil voor 11 euro:
2000 - 1100 = 900 gram.
Zie ook de pagina
Bewerkingen.