a.
b.
c.
d.
(Een som van Jan van Dijk.)
Op zich is het gewoon een weetje: bij vermenigvuldigen en delen mag een wortel gesplitst worden, maar bij optellen en aftrekken niet.
Dus bewering c en d zijn goed.
Maar in dit geval kun je het ook makkelijk controleren:
a klopt niet, want 40 + 30 = 70
en de wortel uit 2500 = 50.
b klopt niet, want 40 - 30 = 10
en de wortel uit 700 is ergens tussen 20 en 30
c klopt, want 40 x 30 = 1200
en de wortel uit 1440000 = 1200
d klopt ook, want 40 : 30 = 4/3
en de wortel uit 16/9 = 4/3.
Zie ook de pagina
Worteltrekken.