Antwoorden van 04-12-2025 (niveau 3F)
04 DEC 
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 3F hebben de test van 04-12-2025 zo ingevuld:
De afstand tussen twee stations is 4,5 km.
Op een kaart is de afstand 4,5 cm.
Op welke schaal is de kaart getekend?
schaal 1 : 100.000 
schaal 1 : 10.000schaal 1 : 1000schaal 1 : 1.000.0004,5 cm op de kaart = 450.000 cm in werkelijkheid. De verhouding is
4,5 : 450.000
Als je beide getallen door 4,5 deelt, zie je de schaal
1 : 100.000
Bij een schaal van 1 : 100.000 is het aantal cm op de kaart gelijk aan het aantal km in werkelijkheid.
Zie ook de pagina Schaal.
4,5 : 450.000
Als je beide getallen door 4,5 deelt, zie je de schaal
1 : 100.000
Bij een schaal van 1 : 100.000 is het aantal cm op de kaart gelijk aan het aantal km in werkelijkheid.
Zie ook de pagina Schaal.
x 144 = ........ 112 anders x 144 = 7 x 144 : 9 = 1008 : 9 = 112Of:
x 144 = 7 x (144 : 9) = 7 x 16 = 112Zie ook de pagina Breuken vermenigvuldigen.
Dit staafdiagram laat de gemiddelde temperatuur zien in Nederland in een paar verschillende jaren (graden Celsius, gemeten over het hele jaar). Vergelijk de waarden van 2009 en 2010. Als 2011 ten opzichte van 2010 dezelfde daling heeft (in graden), wat zou dan de gemiddelde temperatuur van 2011 zijn?
9,8 graden Celsius9,0 graden Celsius7,7 graden Celsius 8,7 graden CelsiusVan 2009 naar 2010 daalde temperatuur 1,4 graden. Als dat in 2011 weer gebeurt, wordt de temperatuur
9,1 - 1,4 = 7,7 graden Celsius.
Zie ook de pagina Diagrammen.
9,1 - 1,4 = 7,7 graden Celsius.
Zie ook de pagina Diagrammen.
Je hebt twee precies dezelfde bekers. De ene is tot de helft gevuld met water, de andere is leeg. Samen wegen ze 130 gram.
Je doet een tweede weging. Eén volle beker weegt 110 gram.
Een lege beker weegt ........ gram.
50 anders2 x beker + halve vulling = 130 (weging 1)
beker + hele vulling = 110 (weging 2)
Als je weging 1 verdubbelt, heb je:
4 x beker + hele vulling = 260
Het verschil met weging 2 is dan 3 bekers die samen 150 gram wegen, want 260 - 110 = 150.
1 beker weegt 50 gram.
(En een hele vulling weegt dan 60 gram.)
Controle:
2 x 50 + 1/2 x 60 = 130 (weging 1)
50 + 60 = 110 (weging 2)
Zie ook de pagina Vergelijkingen.
beker + hele vulling = 110 (weging 2)
Als je weging 1 verdubbelt, heb je:
4 x beker + hele vulling = 260
Het verschil met weging 2 is dan 3 bekers die samen 150 gram wegen, want 260 - 110 = 150.
1 beker weegt 50 gram.
(En een hele vulling weegt dan 60 gram.)
Controle:
2 x 50 + 1/2 x 60 = 130 (weging 1)
50 + 60 = 110 (weging 2)
Zie ook de pagina Vergelijkingen.
TOTAALRESULTAAT:
75% goedUitleg van de kleuren en symbolen:
het juiste antwoord (door jou gekozen)
een fout antwoord (door jou gekozen)Help | Contact | Instellingen |
Martin van Toll Producties