Hieronder staat een optelling met 3 getallen van 3 cijfers. De letters stellen cijfers voor.
Als je de cijfers A, B en C optelt, is de uitkomst ........ .
(Een som van Jacques Schopman.)
2, 3 en 4 zijn honderdtallen. Samen 900.
5, 6 en 7 zijn eenheden. Samen 18.
De honderdtallen en de eenheden zijn samen 918.
A, B en C zijn 948 - 918 = 30 waard.
Ze staan op de plaats van de tientallen, dus zijn de cijfers A, B en C samen 3.
Ze zijn bijvoorbeeld 0, 1 en 2 of ze zijn alle drie 1, of ze zijn 0, 0 en 3.
Of:
Doe de optelling op de normale manier, van rechts naar links.
Eerst de rechterkolom: 5 + 6 + 7 = 18, 8 opschrijven, 1 onthouden.
Dan de middelste kolom, de tientallen: 1 + A + B + C eindigt op een vier, blijkt uit de oplossing van de som, 948. Dat kan dus (0)4, 14, 24 of 34 zijn. Je schrijft de 4 dus op en onthoudt het eerste, ontbrekende cijfer: 0, 1, 2, of 3.
De laatste optelling, van de honderdtallen, levert echter een 9 op, zie de uitkomst van de som. Dan was het ontbrekende getal dus een 0, en waren A, B en C dus samen 3.
Zie ook de pagina
Optellen.