11 NOV (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 3F hebben de test van 11-11-2025 zo ingevuld:
Verhoudingen: 4 : 52 is hetzelfde als 2 : ........
26 anders
Je hoeft dit niet te behandelen als twee deelsommen, maar als twee verhoudingen. In de eerste verhouding is het linker getal 4 en in de tweede verhouding is het linker getal 2. Dat is de helft. Als je het rechter getal uit de eerste verhouding ook halveert, is de verhouding weer in balans: 52 : 2 = 26.
Maarten rijdt met de auto naar z'n werk. Daarbij rijdt hij 40 kilometer over de snelweg. De maximumsnelheid is 100 km/u. De eerste 20 km houdt hij zich daar keurig aan, maar hij rijdt de tweede helft 120 km/u. Hoeveel tijd heeft hij hiermee gewonnen?
1 minuut 30 seconden 2 minuten 3 minuten
Het verschil zit in het tweede stuk van 20 kilometer. Als hij netjes 100 km/u was blijven rijden, zou hij die afstand afleggen in uur en dat is 12 minuten. Nu hij 120 km/u rijdt, doet hij dat traject in uur en dat is 10 minuten. Dat is dus 2 minuten tijdwinst.
Een blok ijs heeft de vorm van een kubus met een ribbe van 50 cm. Wat is de inhoud van dit blok in liters? De inhoud is ........ liter. (Vul alleen cijfers in)
125 anders
Een liter is 1 kubieke decimeter (dm³). Reken uit hoe groot het blok ijs in kubieke decimeters is. Het blok is 50 x 50 x 50 cm Dat is 5 dm x 5 dm x 5 dm En dat is 5 x 5 x 5 = 125 dm³. 125 liter.