MOB-versie | Naar grote versie



Antwoorden van 30-10-2025 (niveau 1F)



eerdere test 30 OKT latere test
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 1F hebben de test van 30-10-2025 zo ingevuld:



18 + 11 = ........

97 %29 
3 %anders
Zet de getallen recht onder elkaar.
Tel de cijfers bij elkaar op, per kolom. Begin bij de eenheden.

Zie ook de pagina Optellen.



Verhoudingen:
5 : 3 is hetzelfde als 10 : ........

89 %6 
11 %anders
Je hoeft dit niet te behandelen als twee deelsommen, maar als twee verhoudingen.
Als je de getallen aan beide kanten van het deelteken met 2 vermenigvuldigt, blijft de verhouding hetzelfde.

Bij de tweede vergelijking is het eerste getal (10) twee keer zo groot als het eerste getal van de eerste vergelijking (5). Daarom is het tweede getal van de tweede vergelijking (6) ook twee keer zo groot als het tweede getal van de eerste vergelijking (3).

Zie ook de pagina Verhoudingen.



25% van € 4,00 = ........

€ 0,01
2 % (afgerond)€ 0,10
96 % (afgerond)€ 1,00 
2 % (afgerond)€ 1,60

25% is hetzelfde als delen door 4. Dus 4 : 4 = 1

Zie ook de pagina Makkelijke percentages.



In de schuur staan 3 gewone fietsen (zonder zijwielen) en 2 driewielers.
Dat zijn in totaal ........ wielen.

91 %12 
9 %anders
3 x 2 wielen = 6 wielen
2 x 3 wielen = 6 wielen
6 wielen + 6 wielen = 12 wielen

Zie ook de pagina Vermenigvuldigen.



TOTAALRESULTAAT:
93% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Help | Contact  |  Instellingen  |  


Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel



Martin van Toll Producties