MOB-versie | Naar grote versie



Antwoorden van 22-07-2025 (niveau 2F)



eerdere test 22 JUL latere test
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 2F hebben de test van 22-07-2025 zo ingevuld:



Een toren is getekend op schaal 1 : 200. De toren is in het echt 68 meter hoog. Hoe hoog is de toren op de tekening?

10 % (afgerond)13,6 cm
83 % (afgerond)34 cm 
3 % (afgerond)340 cm
4 % (afgerond)136 cm

De toren is in het echt 6800 cm hoog.
1 cm op de tekening is 200 cm in het echt
34 cm op de tekening is 6800 cm in het echt, want 6800/200 = 34.

Zie ook de pagina Schaal.



In de winkel hangt een T-shirt met een prijskaartje van € 25.
Er is een sticker op geplakt waarop staat dat je 25% korting krijgt.
Wat kost het T-shirt nu?

1 % (afgerond)€ 22,50
3 % (afgerond)€ 6,25
3 % (afgerond)€ 20
92 % (afgerond)€ 18,75 

25% van € 25 = x € 25.
Dat is € 6,25 korting.
€ 25 - € 6,25 = € 18,75.

Zie ook de pagina Percentage van iets.




Dit staafdiagram laat zien hoeveel vorstdagen Nederland had in een paar verschillende jaren. Dat zijn dagen met een minimumtemperatuur onder 0 graden Celsius. Wat is van deze jaren ongeveer het gemiddelde aantal vorstdagen?

79 % (afgerond)55 
9 % (afgerond)45
7 % (afgerond)60
5 % (afgerond)48

Je kunt de waarden niet precies aflezen, maar de kolommen eindigen ongeveer op 33, 61, 35, 56 en 89. Dat is samen 274. Het gemiddelde is 274:5= 54,8. Van de gegeven mogelijkheden komt 55 het dichtst in de buurt.

Zie ook de pagina Diagrammen.



Mario snijdt vier (even grote) pizza's in stukken. De eerste in 4 gelijke stukken, de andere pizza's in 6, 8 en 10 gelijke stukken.

Een paar stukken zijn al opgegeten. Hieronder zie je wat er nog op de borden ligt.
Op welk bord ligt het meeste?

15 % (afgerond)3/4 pizza
70 % (afgerond)5/6 pizza 
10 % (afgerond)6/10 pizza
5 % (afgerond)5/8 pizza

Als je uitrekent hoeveel erbij moet om een hele pizza te maken, zie je het misschien het snelst:
3/4 + 1/4 = 1
5/6 + 1/6 = 1
5/8 + 3/8 = 1
6/10 + 4/10 = 1

Je kunt de breuken 1/6, 1/4, 3/8 en 4/10 omrekenen naar kommagetallen:
1/6 = 0,167
1/4 = 0,25
3/8 = 0,375
4/10 = 0,4

Je kunt de breuken ook omrekenen naar 120sten.
1/6 = 20/120
1/4 = 30/120
3/8 = 45/120
4/10 = 48/120

In beide gevallen zie je:
1/6 is minder dan 1/4 en minder dan 3/8 en minder dan 4/10.
Van de genoemde hoeveelheden is 5/6 pizza de grootste hoeveelheid.

Zie ook de pagina Breuken vergelijken.



TOTAALRESULTAAT:
81% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Help | Contact  |  Instellingen  |  


Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel



Martin van Toll Producties