De getallen 1 t/m 50 bij elkaar opgeteld zijn ........ .




1275 



anders
Een manier om het uit te rekenen: neem de twee uiterste getallen en werk zo naar het midden toe.
1 + 50 = 51, 2 + 49 = 51, zo kun je 25 koppels van 51 maken.
25 x 51 = 1275
De formule voor de som van een reeks opeenvolgende getallen is:
aantal getallen x gemiddelde van hoogste en laagste.
50 x (1 + 50)/2 = 1275
Zie ook de pagina
Optellen.
De minutenwijzer van een wijzerklok maakt elk uur een volledige omwenteling van 360 graden.
De uurwijzer legt in diezelfde tijd een afstand af van 30 graden.
Twee wijzerklokken, die allebei op de juiste snelheid lopen, worden om 3 uur precies gelijk gezet.
Na een half uur wordt klok 1 stilgezet en 10 minuten later ook klok 2.
Bereken voor beide klokken de hoek tussen de wijzers (allebei kleiner dan 180 graden).
Het VERSCHIL tussen beide hoeken is ........ graden.




55 



anders
(Een som van Henk van Huffelen.)
De minutenwijzer loopt 12 keer zo snel als de uurwijzer.
Om 3 uur staat de minutenwijzer op 0 graden en de urenwijzer op 90 graden.
Klok 1:
Het is half 4.
In 30 minuten heeft de minutenwijzer 6 x 30 = 180 graden afgelegd.
De uurwijzer heeft 180 : 12 = 15 graden afgelegd.
De minutenwijzer staat op 180 graden, de uurwijzer op 105 graden
De hoek tussen de wijzers is 75 graden.
Klok 2:
Het is 10 over half 4
In 40 minuten heeft de minutenwijzer 8 x 30 = 240 graden afgelegd.
De uurwijzer heeft 240 : 12 = 20 graden afgelegd.
De minutenwijzer staat op 240 graden, de uurwijzer op 110 graden.
De hoek tussen de wijzers is 130 graden.
Het verschil tussen de twee hoeken is 130 - 75 = 55 graden.
Zie ook de pagina
Hoeken, graden.