De feestverlichting bestaat uit gekleurde lampen aan een lang snoer. Er zit een vaste volgorde in: rood-geel-blauw-geel-groen-geel en dan weer rood-geel-enzovoort.
Het snoer begint en eindigt met een rode lamp. Er zijn 19 groene lampen gebruikt.
Het snoer heeft totaal ........ lampen.




115 



anders
In elke serie van 6 zit één groene lamp. Er zijn dus 19 complete series.
Daarna komt nog één rode lamp, want het snoer begint en eindigt met een rode lamp.
Het totale aantal lampen is:
19 x 6 + 1 = 115
Zie ook de pagina
Verhoudingen.
Jan en Henk fietsen op een rechte weg naar elkaar toe. Als ze starten zijn ze 45 km van elkaar verwijderd. Jan fietst met een snelheid van 10 km/u en Henk met 20 km/u.
Bij de start zit op de koplamp van de fiets van Jan een snelle vlieg met een enorme conditie.
De vlieg vliegt bij de start met een snelheid van 26 km/u naar de fiets van Henk. Daar aangekomen draait de vlieg om en vliegt met dezelfde snelheid terug naar de fiets van Jan. Dit herhaalt zich totdat Jan en Henk elkaar tegenkomen. Al die tijd is de gemiddelde snelheid van de vlieg 26 km/u.
Als Jan en Henk elkaar tegenkomen, heeft de vlieg ........ km afgelegd.




39 



anders
(Een som van Marnix van den Bos.)
Na anderhalf uur komen Jan en Henk elkaar tegen.
Jan heeft dan 15 km afgelegd en Henk 30.
De vlieg heeft dan anderhalf uur gevlogen met een snelheid van 26 km/u en heeft 1,5 x 26 = 39 km afgelegd.
Zie ook de pagina
Snelheid.