
Let op: de afmetingen in de tekening zijn met opzet niet in de juiste verhoudingen getekend. De rode lijn begint precies in de hoek.
Een vierkant heeft zijden van 12 cm.
Met 3 lijnen is het vierkant in 4 stukken verdeeld.
De stukken hebben allemaal dezelfde oppervlakte.
Lijnstuk AB = ........ cm.
(Vul een heel getal in en rond zo nodig af.)




6 



anders
(Een som van Jacques Schopman.)
Het vierkant heeft een oppervlakte van 12 x 12 = 144 cm².
Elk deel in het vierkant is 144 : 4 = 36 cm².
AB is de basis van een rechthoekige driehoek en de hoogte is gelijk aan de zijde van het vierkant.
De oppervlakte van een driehoek is basis x 1/2 hoogte.
AB x 1/2 x 12 = 36
AB x 6 = 36
AB = 6 cm
Zie ook de pagina
Oppervlakte.