
Twee loodrecht op elkaar staande middellijnen verdelen een cirkel in vier gelijke delen. De verticale middellijn snijdt de cirkel bovenaan bij punt A, de andere snijdt de cirkel rechts bij punt B.
De lengte van de rechte verbindingslijn van A naar B is ........ procent van de lengte van de gebogen lijn tussen deze punten.
(Vul een geheel getal in. Indien nodig afronden.)
Tips:
Pythagoras zegt over een rechthoekige driehoek: de som van de kwadraten van de rechthoekszijden is gelijk aan het kwadraat van de schuine zijde.
De omtrek van een cirkel is 2 x pi x de straal.
Reken met pi = 3,14 en

= 1,414.
De verhouding tussen de boog en de rechte lijn is altijd hetzelfde, ongeacht de afmeting. Reken daarom met een straal van 1 cm.




90 



anders
(Een som van Henk van Huffelen.)
De straal heeft lengte 1 cm.
De rechte lijn AB is de schuine zijde van een rechthoekige driehoek. De rechthoekszijden zijn beide 1 cm.
AB =

(1² + 1²) =

(1 + 1) =

= 1,414.
De gebogen lijn AB is een kwart van de cirkelomtrek. Dat is
1/4 x 2 x 3,14 =
1/2 x 3,14 = 1,57
1,414 is hoeveel procent van 1,57?
1% van 1,57 is 0,0157
1,414 : 0,0157 = 90,0637
Dat is afgerond 90.
Zie ook de pagina
Omtrek.