Je krijgt per jaar 2% rente op je spaargeld. Je hebt € 400,- op de bank staan. De rente die je elk jaar krijgt voeg je bij je spaargeld (en levert daarom weer rente op). Om je spaargeld te berekenen na 3 jaar maak je de volgende berekening





€ 400 x 1,2 x 1,2 x 1,2





€ 400 x 1,02 x 3





€ 400 + 3 x 1,02




€ 400 x (1,02)³
Je krijgt het tweede jaar ook rente over de rente van het eerste jaar.
€ 400 x 1,02 x 1,02 x 1,02
oftewel € 400 x (1,02)³.
Zie ook de pagina
Hoeveel procent.
Je hebt een heel aparte dobbelsteen.
Daarop staan niet de gebruikelijke 1 t/m 6 stippen, maar de cijfers 1, -2, 3, -4, 5 en 0 (dus positieve en negatieve getallen én 0).
Je gooit deze dobbelsteen 2 keer op en vermenigvuldigt de twee waarden die boven komen te liggen.
De kans dat deze uitkomst groter is dan 0, is ........ procent.
(Vul een heel getal in. Rond zo nodig af.)




36 



anders
(Een som van Jacques Schopman.)

Er zijn 36 mogelijkheden.
Daarvan zijn er 13 groter dan 0.
13/36 = 0,3611... Dat is afgerond 36 procent.
Zie ook de pagina
Kansrekenen.