Een winkel houdt uitverkoop en verkoopt alle artikelen met 25% korting.
Als een klant bij de kassa komt, krijgt hij te horen dat hij nog eens 15% korting krijgt, bovenop de gereduceerde prijs.
Hij moet uiteindelijk € 102 betalen.
Het artikel kostte oorspronkelijk, voordat de kortingen werden toegepast, ........ euro.(Vul een geheel getal in.)
160 anders
(Een som van Carl Hamers.)
Vóór de laatste korting van 15% kostte het artikel
100/85 x € 102 = € 120.
Deze € 120 vormt 75% (of 3/4) deel van de oorspronkelijke prijs.
De oorspronkelijke prijs was 4/3 x € 120 = € 160.
Zie ook de pagina
Alles is 100%.