Tel de cijfers bij elkaar op, per kolom. Begin bij de eenheden. Als er 10 of meer uitkomt, moet je de tientallen onthouden.
Zie ook de pagina Optellen.
3,15 m =
0,315 dm
315 mm
0,0315 cm 31,5 dm
1 m = 10 dm 3,15 m = 31,5 dm
Zie ook de pagina Lengte.
Er zitten 4 kippen in het kippenhok. Vorige week heeft elke kip 6 eieren gelegd. Dat zijn in totaal ........ eieren.